Hierbij een link naar het beoordelingsmodel in excel
Vaardigheid
25%
50%
75%
100%
P
Kennis van het gekozen onderwerp
De kennis van het onderwerp is minimaal
De kennis van het onderwerp laat ten wensen over
De kennis van het onderwerp is voldoende
De kennis van het onderwerp is zeer goed
30
Onderwerp kiezen en doel duidelijk maken
Het is niet duidelijk wat de spreker wil bereiden
In het verhaal zijn de niet belangrijke punten weggelaten maar het is nog niet duidelijk wat de speker wil vertellen
De spreker verteld alleen de belangrijkste punten en het is is duidelijk wat de spreker wil bereiken
Er wordt beargumenteerd wat wel of niet verteld wordt en het doel van de presentatie komt daardoor duidelijk naar voren
10
Structuur
Er is geen duidelijke structuur. Het verhaal gaat van de hak op de tak en/of delen ontbreken
Het verhaal bevat een algemente stuctuur (introductie, midden en conclusie), maar de onderdelen zijn niet goed op elkaar afgestemd. Bijv. lang met de introductie bezis en weinig met eigen werk of conclusies
Het verhaal heeft een algemene structuur, waarbij de nadruk ligt op de juiste punten (eigen werk en conclusie) en er zijn goede argumenten, voorbeeld en vergelijken worden gebruikt
De spreker gebruikt een eigen structuur die goed te volgen is. Als luisteraar weet je waar de spreker naartoe wil.
15
Ondersteunende materialen (powerpoint/posters)
De gebruikte materialen passen niet bij het verhaal of er worden geen ondersteunende matrialen gebruikt, terwel dit voor het verahaal wel noodzakelijk is.
De gebruikte matrialen ondersteunen het verhaal, maar zijn kwalitatief onvoldoende.
De matrialen ondersteunen het verhaal en zijn kwalititief goed.
Er wordt vooral gebruikt gemaakt van eigen matrialen.
15
Taalgebruik en grammatica's
De gebruikte woorden en zinnen zijn duidelijk neit avn de spreker zelf.
Het taalgebruik is veel te moeilijk of juist te makelijk voor het publiek
Het taalgebruik is in het algemeen wel aangepast voor het publiek, maar niet alle moeilijke bbegrippen of vaktermen worden toegelicht
Het taalgebruik is aangepast aan het publiek, waarbij moeilijke begrippen of vaktermen duidelijk worden toegellicht.
10
Stemgebruik / Articulatie, uitspraak en intonatie
De spreker is slecht te verstaan en /of praat erg monotoon en/of spreekt erg snel/langzaam. Kost moeielijk om naar te luisteren
De spreker is wel te verstaan maar is niet prettig om naar te luisteren (bijv. monotoon of praat erg snel)
De spreker is goed te verstaan, heeft een goed spreektempo en kan makkelijk naar geluisterd worden.
De spreker is makkelijk om naar te luisteren en weet daar stemgebruik de nadruk op belangrijke punten te leggen
10
Non-Verbale Communicatie
De spreker is heel passief en kijkt het publiek niet aan. Het verhaal wordt voorgelezen.
De spreker staat niet geheel passief en kijkt af en toe het publiek in. Mogelijk wordt er wel iets als geheugensteun voor het verhaal gebruikt.
De spreker gebruikt houding om de aandacht te trekken en kijkt het volledige publiek aan. De spreker vertld het verhaal uit zichzelf.
De spreker staat zelfverzekerd te presenteren enhoudt de aandacht goed vast. De sperker past het verhaal aan opde basis van reacties van het publiek
10